Ik liep vorige week met een Franse collega langs de 87 kassa’s van een willekeurige Hypermarkt, en mijn aandacht werd gegrepen door een viertal door rode en groene tl-buizen uitgelichte gangpaden. ‘ Kerst is begonnen’, verzekerde E. me met een glimlach. Ik knikte, de orderportefeuille was inderdaad mooi vol gelopen, en alle voortekenen wezen erop dat de kassa’s er in Europa er straks lustig op los zouden rinkelen. Het economische uitzicht was florissant, de tweede internetbubble leek niet uiteen te zullen spatten, en, meer dan ooit tevoren, leek de consument bereid de beurs te trekken. En, belangrijker nog, meer dan ooit tevoren leek de consument zich open te stellen voor de verleiding.
‘Als we hier links af gaan, dan snijden we een stuk af. Kom, hier langs.’ Het was natuurlijk een smoes. Onder het vaandel van efficiëntie, navigeerde ik mezelf en mijn reisgenoot via het speelgoed, langs koelvitrines met kaas uit de Auvergne en paté uit de Perigord naar de meters waar, gesorteerd per regio, de wijnen zich uitstrekten. Ik was het spoor naar het bruingoed bijster, maar wat maakte dat uit. Winkelen, in de pregnante zin, speelt zich in een andere tijdzone af. Zelfs in een koel en sober ingerichte hypermarkt kan de koopwaar - en de pure overmaat en gevarieerdheid ervan – er voor zorgen dat je op een ‘andere’ kompas vaart. Alles natuurlijk tegen de achtergrond dat het kopen van een ding je leven vollediger en gelukkiger maakt. Of dat het bezit ervan je meer aanzien geeft. Je zelf oriënteren op een aankoop, en het uitstellen van de beslissing, de zogenaamde ‘voorpret’, is voor velen zelfs belangrijker dan de feitelijke aankoop. Je kunt dat ook de erotiek van het winkelen noemen. Heb je de creditcard door de magneetsleuf laten glijden – en is het object van verlangen in de tas verdwenen - dan maakt de lust plaats voor een gevoel voor rouw. Kortstondig maar hevig. (Een Franse Filosoof noemde het orgasme dan ook ‘de kleine dood’). Het mooie daaraan is dat, kort daarop, de kooplust met hernieuwde kracht weer de kop opsteekt.
E. had me inmiddels in de juiste richting geduwd. Onze tocht naderde zijn glorieuze bestemming: de kralen en spiegels van de elektronica.‘ Kijk, daar staan ze. Ik vind ook dat ze in die aparte free standing display unit veel beter tot hun recht komen’. E. beklopte de wanden van de kartonnen zuil, schudde er een beetje aan. De zogenaamde ‘hufter-proef.’ Alles bleef onberispelijk. ‘Zou jij er een kopen, als je een consument was?’ voegde hij er ietwat aarzelend aan toe, terwijl hij een van de muzikale zendertjes in handen nam. ‘Het wordt een klapper, E., daar hoef je niet aan te twijfelen. Het is precies wat ze willen hebben, want het is ook nog eens iets wat er voorheen niet was. Zelfs de illusie van het nieuwe staat garant voor verkoopsucces. Moet je voorstellen wat een echte noviteit dan doet in de verkoop’, antwoord ik hem, zijn vraag ontwijkend. Ik ben immers niet alleen een koortsachtige consument maar ook nog eens erg eenvoudig te verleiden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten